Gewone dagen...
Wolf en ik hebben je deze morgen weer gewogen, en je weegt nu al 3.800 kilo! En nee, dat was niet vlak na een voeding. ‘s Morgens geef ik jou namelijk eten wanneer je daarom vraagt, en daarnaast is er nog altijd Wolfjestijd: tijd om te spelen, te knuffelen, te praten en een stripverhaal van de Rode Ridder voor te lezen. Deze keer heb je eerst gegeten, en heeft Wolf geduldig gewacht tot jij klaar was. Je wilde echter niet echt slapen: je lag te knorren en te kreunen en vooral met veel moeite je broek te vullen. Blijkbaar lukt dat niet altijd zoals het hoort, want je kan daar soms wel voor huilen.Verder ben je nog altijd de rust zelf. Alleen zou ik willen dat je dat ook ‘s nachts kon bewijzen: overdag slaap je ongestoord vier uur door, maar ‘s nachts valt dat soms tegen. Afgelopen nacht viel nogal mee, de nacht daarvoor was ronduit schitterend (gegeten om half twaalf, vier uur, acht uur) maar de nacht nog daarvoor... Je hebt me laten slapen van elf tot twee, en dat was het zo ongeveer. Je lag telkens een uur aan de borst, waarbij ik zelf ook wel durfde wegdommelen, begon dan te huilen door de krampjes, hield dat huilen en kreunen een uurtje vol, en wilde dan opnieuw drinken. Zucht. Tegen half zes was ik doodop, ik kon niet meer, en tegen zes uur heb ik je papa wakker gemaakt. Die heeft jou dan op zijn borstkas gelegd, en blijkbaar was dat dan wel weer goed, want ik ben maar wakker geworden rond acht uur, toen Wolf riep. Papa had dan wel wat weinig slaap, maar op die manier kon ik er tenminste weer tegen.
Deze morgen is eigenlijk nogal hectisch geëindigd: geslapen tot negen uur, gespeeld tot tien uur, dan jou gewassen, zelf gedoucht samen met Wolf, ontbijten, en toen was het elf uur, en moesten we dringend beginnen uitzoeken waar we aan pampers voor jou gingen geraken. Papa had me gisteren al gezegd dat we vrijwel zonder zaten (ik was ervan overtuigd dat ik nog een vers pak liggen had) en ik had er niet aan gedacht dat het vandaag een feestdag was, en de winkels dus dicht gingen zijn. Fijn dus, en ik kan jou moeilijk met een vuile broek laten liggen. Wolf, jij en ik dus om half twaalf te vierklauwens de auto in en naar Lovendegem, naar de Delhaize. Dat is blijkbaar de dichtste winkel die op zon- en feestdagen open is in de voormiddag. Dat, of de Delhaize op Ledeberg, en dat is al even ver en een stuk lastiger rijden. Enfin, het was letterlijk vijf voor twaalf toen we daar aankwamen, maar we mochten gelukkig nog binnen. Wolf heeft jouw pampertjes gedragen, terwijl ik jou in de maxicosi meezeulde. Dat ding is echt wel zwaar, en inderdaad nog te zwaar voor mij. Gelukkig ben je nu weer van alles voorzien. Hehe.
Je pukkeltjes en puistjes zijn nog niet echt aan het beteren, zodat ik je momenteel niet echt een mooie baby vind. Je hebt nochtans een allerliefst snoetje, en een deftige kop donker haar, echt wel veel voor een baby.
Vorige vrijdag zijn we naar omoe en opoe geweest (we moesten toch de kippen die oma had gekregen van bompa, gaan afzetten in Zomergem) en die vonden jou wel een heel knap en rustig ding. Ze waren allebei in de wolken met hun derde achterkleinzoon, en wilden jou trouwens allebei perse even vasthouden. Ik kon het natuurlijk niet laten, en heb daar foto's van genomen. Ik denk niet dat zij ook maar een ogenblik jouw baby-uitslag hebben gezien, daarvoor waren ze veel te vertederd.
Ook oma en opa zijn verslingerd aan jou: oma belde ons zaterdagavond of we geen zin hadden om zondagmiddag daar te gaan eten. Ik had al eten voorzien, maar dat was uiteraard ook prima voor maandag, dus ja, we zijn in Zomergem gaan eten. Opa kon zijn ogen niet van jou afhouden (voor zover Wolf zijn aandacht niet opeiste) en vond jou ook absoluut een schatje.
We hebben een poging gedaan om te gaan wandelen met jou in de rolwieg, maar dat is faliekant afgelopen: net toen we parkeerden, begon het behoorlijk hard te regenen. Ik heb jou dan maar in de auto laten slapen, en oma, Wolf en ik zijn, elk gewapend met een paraplu, eventjes verderop gaan kijken naar de boten in het sas.
Wolf en ik hebben dat dan de maandag goedgemaakt door gezellig samen, met jou in de rolwieg, boodschappen te gaan doen in de Lidl. Gelukkig moesten we niet veel hebben, zodat het allemaal in het kleine mandje onderaan jouw rolwieg kon. Jij gooit trouwens hoge ogen bij zowat iedereen die jou ziet: ‘Oh, zo'n schatje, en zo klein nog! En wat een kop haar!' En dan mag Wolf telkens opnieuw trots vertellen dat je zijn broertje bent, en dat je Kobe heet. Ik denk niet dat hij dat ooit moe zal worden, kleine muis. Hij is zo ongelofelijk trots op jou!